Nu het coronavirus een beetje onder controle is, kunnen we ook weer wat makkelijker reizen en op vakantie. Toch deze zomer nog even het zekere voor het onzekere genomen en in eigen land gebleven. Alhoewel eigen land, Texel voelt toch een beetje buitenland als je eenmaal op de boot staat. Je kunt trouwens voordat je naar Texel gaat al een ticket voor de veerboot online kopen bij TESO. We gaan kamperen op Texel.
We verbleven op Camping De Waddenster, een kleinschalige camping vlakbij de veerboot. Het ligt ter hoogte van het dorpje het Horntje. We hadden een ruime plek met privésanitair.
Al voor vertrek een parkeerticket online gekocht met een geldigheid van 1 jaar. Hiermee kun je overal op Texel vrij parkeren. Erg handig. Echter….moet er wel een parkeerplaats zijn. En daarmee komt meteen de conclusie: Texel is druk, erg druk! Zeker in de vakantieperiodes. Als je boodschappen wil doen, kun je een parkeerplaats wel vergeten vlakbij de supermarkt, of je moet heel veel geluk hebben. Ook een terrasje pakken, uit eten of een attractie o.i.d. bezoeken stelt je geduld aardig op de proef. We waren er 10 jaar geleden voor het laatst geweest en er is veel veranderd. Ook de eilandbewoners zelf beginnen te klagen over de drukte. Beetje dubbel, want ze moeten het natuurlijk ook van het toerisme hebben. Maar de grenzen van wat mogelijk is lijken bereikt.
Maar het is en blijft een prachtig eiland. Zeker als je van natuur en strand houdt. Dus we hebben dan ook veel gewandeld. Natuurlijk gaat dan ook de camere mee! Over het strand, door de duinen en door de polders. Het eiland staat ook bekend om zijn vele trek- en broedvogels. Er waren ook weer wat braderieën en markten in Den Burg, Den Hoorn en De Koog. We hadden echt Hollands weer. Veel zon, af en toe ook een buitje en natuurlijk een windje van zee.